Hoe werken we samen na vaststelling POW?

Voortgang IRM

In de vorige nieuwsbrief besteedden we aandacht aan de totstandkoming van het Programma onder de Omgevingswet (POW) voor IRM. Het Ontwerp POW leggen we in april 2023 voor aan de stuurgroep IRM en stellen we volgens de huidige planning eind 2023 vast. Dit voorjaar is gekozen voor een programma op hoofdlijnen. De gebiedsuitwerking en de uitwerking van de urgente systeemopgaven vindt plaats in de volgende ontwikkelfase van IRM (2024 – 2029). Hoe we dit willen organiseren werken we nu uit in een ‘Werkwijze IRM’.

SamenwerkenIRM
SamenwerkenIRM

IRM is natuurlijk meer dan het samenbrengen van opgaven. Voor een gezamenlijke programmering en een efficiënte uitvoering en beheer en onderhoud ontwikkelen we ook een integralere manier van samenwerken tussen Rijk en regio in het Maas- en Rijngebied.

Op dit moment werken overheden vooral op gebiedsniveau samen aan integrale projecten. Denk aan het Rivierklimaatpark IJsselpoort en de Meanderende Maas. Het POW voor IRM introduceert nu op systeemniveau kaders: beleidsbeslissingen voor rivierbodemligging en sedimenthuishouding en afvoer- en bergingscapaciteit.

Gezamenlijke programmering

Deze beleidsbeslissingen geven invulling aan de beleidsdoelen voor de systeemfuncties waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid, bevaarbaarheid, natuurontwikkeling en regionale (economische) ontwikkelingen en leiden tot opgaven op gebiedsniveau. Daar waar verschillende opgaven in gebieden bij elkaar komen ontstaan integrale projecten. Om dit goed uit te voeren is een gezamenlijke programmering nodig.

Dat klinkt eenvoudig maar dat is het niet. Iedere overheid organiseert haar werk net even anders en voor de verschillende rivierfuncties verschilt dit ook. Bovendien hechten betrokken overheden aan eigen autonomie en verantwoordelijkheden. Het gaat best veel vragen van de verschillende overheden om opgaven en samenwerking te integreren. Naast programmeren gaat het ook over het bijeenbrengen en afstemmen van bijvoorbeeld de financiering en verantwoording.

Van drie varianten naar een voorkeursoptie voor de toekomstige werkwijze

Voor al deze aspecten zijn diverse opties te bedenken. Echter die moeten wel logisch samenhangen. Daarom heeft het programmateam drie studievarianten uitgewerkt en op 11 oktober jl. gepresenteerd aan de stuurgroep IRM. Deze varianten kennen een oplopende mate van integraliteit. Van beperkt, bijvoorbeeld alleen op het gebied van programmering, tot een uitgebreide vorm voor de hele keten, en een variant daartussenin.

De studievarianten vormen de basis voor vervolggesprekken die de komende weken plaatsvinden. Samen moeten we tot een werkwijze komen waarbij de nieuwe samenwerking van meerwaarde is. Integrale samenwerking is binnen IRM dan ook geen doel op zich maar wel een middel om te komen tot een effectieve realisatie van het POW. Belangrijk is om het gesprek aan te gaan over de voor- en nadelen van een toenemende mate van integraliteit. Om zo te ontdekken waar het optimum ligt.

De stuurgroepleden benadrukten dat we het vooral praktisch moeten houden en deden ook de oproep om aan te sluiten bij wat er al is. Tijdens het webinar van 13 oktober jl. bevestigde Steven Voest, trekker van de Werkwijze IRM, dat hij inderdaad ook kijkt naar bestaande samenwerkingen. Zoals binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en het de Programmatische Aanpak Grote Wateren. Zo heeft hij zich voor IRM laten inspireren door de prioriteringssystematiek van beide programma’s.

De komende weken gaat IRM aan de hand van een beoordelingskader met wisselende experts in gesprek over hoe we deze onderzoeksvarianten verder kunnen aanscherpen. Daarnaast gaan we in diverse bestaande gremia van het Rijk en Deltaprogramma’s Maas en Rijn in gesprek over voorkeuren en bezwaren en praten ook de stuurgroepleden in een informeel overleg nog nader door over de mogelijkheden en dilemma’s.

Deze inbreng nemen we mee in gesprekken over voorkeuren die we begin december ook met de stuurgroep IRM voeren. Op basis van dit alles werken we een voorkeursoptie uit. Deze wordt opgenomen als hoofdstuk in het POW. Het POW gaat volgens huidige planning in de zomer van 2023 ter inzage met de mogelijkheid voor belanghebbenden en overige geïnteresseerden om te reageren.

Dit leggen we uiteindelijk vast

Over de toekomstige samenwerking leggen we in het POW en de bestuursovereenkomst die daar een doorvertaling van is de volgende afspraken vast:

  • Governance: hoe en wie stuurt IRM en de integrale projecten aan? Hoe vindt besluitvorming binnen Rijk en regio plaats?
  • Financiering: hoe wordt de uitvoering en doorontwikkeling bekostigd?
  • Beleid: welke organisaties zijn verantwoordelijk voor de zesjaarlijkse herijking, onder andere om beleidsontwikkelingen te blijven integreren;
  • Organisatie: hoe ziet de programmaorganisatie eruit na vaststelling POW;
  • Uitvoering: afspraken, kaders en condities voor gebiedsuitwerkingen en systeemmaatregelen;
  • Beheer en onderhoud: we onderzoeken of het huidige instrumentarium voldoende is uitgerust om opgaven te integreren en nemen hierover een advies op;
  • Participatie en communicatie: hoe betrekken we partners en belanghebbenden bij de uitvoering van het POW.

Het is belangrijk te realiseren dat het POW geen eindpunt is maar een vertrekpunt. We maken in 2023 de keuzes die nodig zijn om in 2024 efficiënt aan de slag te kunnen met de uitvoering van het POW. Binnen IRM brengen we in beeld welke maatregelen we in 2050 moeten hebben getroffen om het rivierengebied toekomstbestendig te maken. We maken een eerste inschatting maar herijken het POW elke zes jaar op basis van nieuwe inzichten en (klimaat)ontwikkelingen en passen indien nodig ook onze werkwijze aan.

Wie tekent wat?

Het vastgestelde POW wordt volgens huidige planning eind 2023 ondertekend door de bevoegde gezagen: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Natuur en Stikstof. Het POW is daarmee zelfbindend voor het Rijk.

Bij vaststelling van het POW wordt ministeries, provincies en waterschappen die concreet te maken krijgen met en/of een rol krijgen bij de uitvoering van het POW, gevraagd de bijbehorende bestuursovereenkomst te ondertekenen. In deze bestuursovereenkomst staat onder meer hoe betrokken partijen het programma IRM willen doorontwikkelen, hoe het POW een plaats krijgt in regionaal beleid, hoe we gaan samenwerken en hoe we komen tot verdere uitwerking van de prioritaire gebieden.

Bij de verdere gebiedsuitwerking maken betrokkenen in gebiedsspecifieke bestuursovereenkomsten vervolgens afspraken over organisatie, governance, aanpak, werkwijze en financiering van de gebiedsgerichte uitwerkingen.

Laatst gewijzigd: 30 januari 2023