Laatst gewijzigd: 18 juli 2023
Input voor het Programma onder de Omgevingswet IRM
De Systeembeschouwing is een belangrijke bouwsteen voor de ontwikkeling van IRM en de eerste stap hierin, het Programma onder de Omgevingswet (POW) dat we in 2024 vaststellen. Hiervoor gebruiken we bijvoorbeeld ook de bouwsteen Beeld op de Rivieren (BoR), dat een toekomstperspectief schetst voor de wijze waarop we het rivierengebied richting 2050 kunnen ontwikkelen.
De Systeembeschouwing Rijn en Maas is gemaakt in opdracht van het programma Integraal Riviermanagement. Het onderzoeksrapport beschrijft hoe onze rivieren zich ontwikkelen en schetst mogelijke oplossingen om het riviersysteem toekomstbestendig te maken. Veel rivierdeskundigen schreven mee aan het rapport en er is gebruik gemaakt van eerdere studies en onderzoeken naar de rivieren. De Systeembeschouwing geeft adviezen vanuit rivierkundige visie en doet géén beleidsuitspraken. We nemen dit mee in onze integrale verkenning waarin we ook ruimtelijke en maatschappelijke opgaven meenemen.
Dankzij de Systeembeschouwing weten we veel beter hoe onze rivieren als systeem werken en welke keuzes we moeten maken om dat systeem toekomstbestendig te maken. Met die kennis kunnen we betere beleidskeuzes maken voor rivierbodemligging en sedimenthuishouding en afvoer- en bergingscapaciteit van het Rijn- en Maassysteem. Die leggen we vast in het POW, dat in 2024 ter inzage wordt gelegd, en zijn leidend voor het gebiedsgerichte vervolg van IRM.
Riviersysteem voorbereiden op klimaatverandering
Door klimaatverandering hebben we te maken met steeds grilliger weer. Dit zien we terug in onze rivieren. Steeds vaker staat het water korte tijd heel hoog en dan weer lange periodes juist heel laag. Willen we dat (te veel) water ook in de toekomst veilig naar zee kan stromen, dat we water goed blijven verdelen en dat riviernatuur meer kans krijgt? Dan moeten we maatregelen nemen.
De hoogwaterstanden in de rivieren moeten omlaag en de laagwaterstanden omhoog. We moeten dus zorgen dat rivieren bij hoogwater meer water veilig kunnen afvoeren en in drogere tijden water juist minder snel afvoeren en het water dat er is, eerlijk verdelen.
Afgelopen eeuwen hebben we van alles gedaan om veilig te kunnen wonen in het rivierengebied en om onze rivieren te kunnen gebruiken. Van de gevolgen van sommige ingrepen hebben we nu last: de rivierbodem daalt, de waterverdeling gaat niet goed en de riviernatuur gaat achteruit.
Gevolgen eerdere ingrepen aanpakken
Mede door ons werk aan de rivieren, beweegt het water minder ‘natuurlijk’. Daardoor is de natuur in het rivierengebied er flink op achteruit gegaan. We willen het water dus weer meer ruimte geven, de rivierdynamiek verbeteren en de natuur in en rond de rivieren versterken, zodat die weer gevarieerd wordt en ook planten en dieren die houden van nattere natuur de kans krijgen.
Om ons voor te bereiden op vaker en hoger hoogwater en vaker en langduriger laagwater, moeten we maatregelen nemen om het riviersysteem weer goed te laten werken. Dat is ook nodig om de natuurlijke dynamiek in de rivieren te herstellen.
Adviezen aan IRM
Bij het maken van keuzes voor een toekomstbestendig riviersysteem is ook de volgorde van kiezen belangrijk. Omdat in het riviersysteem veel met elkaar samenhangt, hebben keuzes invloed op elkaar. Hoe ze van elkaar afhangen, staat in het rapport. In het rapport staan de te maken keuzes duidelijk op een rij, met daarbij ook advies over de volgorde en urgentie van die keuzes:
1. Rivierbodems nú omhoog en geen zand meer uit zomerbed rivieren
Willen we rivieren bevaarbaar houden, de natuur en landbouw de kans geven en het water in droge tijden beter verdelen en bewaren, dan moeten we zo snel als mogelijk stoppen met zandwinning uit het zomerbed van de rivier en de rivierbodem in de Waal en de IJssel weer omhoog krijgen. Ook in de Maas moeten we iets doen aan de rivierbodemligging.
2. Rivieren op tijd meer ruimte geven
Om klaar te zijn voor vaker en hoger hoogwater rond 2050, moeten we zorgen dat de Rijn en Maas meer ruimte krijgen om water af te voeren.
Eerst moeten we beslissen hoeveel hoogwater de Waal en de IJssel elk ná 2050 moet kunnen afvoeren. Naar die verdeling moet nu snel onderzoek komen, zodat we onze maatregelen daar nu op kunnen afstemmen.
Voor de Maas geldt dat we eerst moeten beslissen hoeveel we hoogwatergolven in de Maasvallei willen afvlakken. Dat bepaalt hoeveel water de Bedijkte Maas moet kunnen afvoeren.
3. Voorbereiden op vaker en langere droogte
Door de rivierbodem in de Waal te verhogen, krijgen we ook een grotere wateraanvoer naar het IJsselmeer. Of we ook langer water moeten vasthouden in de Maas, moet ook blijken uit het onderzoek dat het Deltaprogramma Zoetwater nu doet.
4. Riviernatuur herstellen
Voordat onze herkenbare riviernatuur verloren gaat, moeten we de natuurlijke dynamiek in de rivieren zoveel mogelijk terugbrengen. Dat betekent dus bijvoorbeeld dat het rivierwater vaker de uiterwaarden in kan stromen. Door onder meer drogere én nattere delen te maken in de uiterwaarden en water daar langer vast te houden, geven we planten en dieren die houden van nattere omstandigheden weer meer kans.
Systeembeschouwing geeft ook richting op de langere termijn
De Systeembeschouwing helpt bij het maken van beleidskeuzes voor IRM in het POW. Om alternatieven te beoordelen, worden in het rapport ook criteria genoemd. Het rapport biedt bovendien richtinggevende uitspraken voor de fase waarin we het POW gebiedsgericht gaan uitwerken.
Nieuwsarchief SB
Documenten SB
-
Systeembeschouwing Rijn en Maas | Onderzoeksrapport (juli 2022)
-
Systeembeschouwing Rijn en Maas | Publiekssamenvatting (juli 2022)
-
Systeembeschouwing Rijn en Maas | Samenvatting voor bestuurders (juli 2022)
-
Public summary - Rhine and Meuse System Review (2022)
-
Zusammenfassung für die Öffentlichkeit | Systembetrachtung Rhein und Maas (2022)
-
Résumé pour le public - Revue du système Rhin-Meuse (2022)
Contact
Heb je een vraag, suggestie of wil je een integraal project, opgave of kans aanmelden? Vul dan het contactformulier in.
Wil je meer informatie over IRM?
Vul dan het contactformulier in.