“Bij de inrichting van de grote rivieren moet IRM rekening houden met het regionale watersysteem”
Een zogenaamde ‘koudeput’ hing juli 2021 dagenlang boven Nederlands Zuid-Limburg, de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel. De koudeput zoog warme lucht aan uit de wijde omgeving, koelde deze af, waardoor het vocht condenseerde en voeding gaf aan hevige en langdurige regenbuien. Zie hier het meteorologische mechanisme dat leidde tot een grensoverschrijdende ramp. Het heuvelachtige landschap kon de toevloed van regenwater niet verstouwen, rivieren en beken traden buiten hun oevers, dalen stroomden onder en het water sleurde gebouwen, bruggen, wegen en spoorlijnen mee. In Nederland overstroomde de Geul en liet een ravage achter, ondermeer in Valkenburg. De schade bedroeg hier enkele honderden miljoenen euro’s. Duitsland had 180 dodelijke slachtoffers te betreuren, België 41 en Nederland fortuinlijk geen.
Wat hebben we hiervan geleerd? Een gesprek met Marieke Hofstra, programmamanager Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater.
De Maas hield stand
“In Limburg spreekt men van drie rampen in één”, blikt Marieke terug. “Extreme afvoer in de beken, extreme afvoer in de Maas - met als gevolg dat de Maas het water maar traag kon verstouwen - en daar kwam extreme regenval bij.“ De afvoer van de Maas was hoger dan in de winters van 1993 en 1995, toen 250.000 mensen uit het rivierengebied (Rijn en Maas) werden geëvacueerd. Na 1995 heeft het Programma De Maaswerken rivier verruimende werken uitgevoerd die juli 2021 hun diensten bewezen; schade bleef nu beperkt tot Zuid Limburg.
De Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater
Kort na de ramp kreeg Marieke van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de taak de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater te organiseren. “Het doel van een beleidstafel is om in korte tijd te leren van de gebeurtenis om daaruit conclusies te trekken hoe we ons beleid moeten aanpassen voor de toekomst”, legt Marieke uit.
"De ooggetuigenverslagen uit Valkenburg waren indrukwekkend. Binnen drie kwartier stroomde de boel onder."
“Aan deze beleidstafel werkten verantwoordelijke overheden samen; het waterschap Limburg, de provincie Limburg, de gemeente Valkenburg aan de Geul, maar ook het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen, de Deltacommissaris en uiteraard diverse ministeries en Rijkswaterstaat “. Een bredere maatschappelijke toets werd georganiseerd door het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving en ook een wetenschappelijke klankbordgroep liet er haar licht over schijnen.
Na een tussentijds advies in maart bood minister Harbers het eindadvies ‘Voorkomen kan niet, voorbereiden wel’ vóór de kerst aan de Kamer aan.
Waterbewustzijn het belangrijkste
De beleidstafel heeft 21 aanbevelingen gegeven die door de diverse overheden moeten worden opgepakt. Marieke licht de in haar ogen belangrijkste uit.
“De belangrijkste les die de beleidstafel heeft opgeleverd is het besef dat een dergelijke gebeurtenis vaker zal plaatsvinden en dat we overlast en schade in de toekomst niet kunnen voorkomen” zegt Marieke. “Dat is wennen, omdat we in Nederland het gevoel hebben dat de overheid ons beschermt tegen het water. Dat mag tot op zekere hoogte gelden voor de dreiging vanuit zee en de grote rivieren, maar tegen extreme neerslag kun we ons niet volledig beschermen.”
Daarom is een van de aanbevelingen van de beleidstafel om de meerlaagsveiligheid (de waterveiligheidsbenadering in de Waterwet) van drie lagen uit te breiden naar vijf. Bovenop preventie, duurzame ruimtelijke inrichting en voorbereiding op overstroming komt waterbewustzijn en klimaatrobuust herstel.
“Iedereen moet zich bewust zijn van wat hem of haar kan overkomen en wat hij of zij zelf kan doen. Wat is je eigen handelingsperspectief? En als je schade niet kunt voorkomen moet je ook denken hoe we slim kunnen herstellen”.
Een andere aanbeveling uit de beleidstafel is dat de ministeries van Financiën en Justitie en Veiligheid de mogelijkheden van verzekering verkennen en de werking van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen bezien.
Aandachtspunt voor IRM
“Van belang is de samenhang tussen landelijke en regionale watersystemen. Daarom raadt de beleidstafel aan bovenregionale stresstesten uit te voeren.” Stresstesten maken inzichtelijk in hoeverre gebieden bestand zijn tegen wateroverlast. Stresstesten worden tot nog toe vooral lokaal uitgevoerd en daarmee wordt de samenhang tussen de gebieden niet zichtbaar. “Door voor extreme neerslag bovenregionale stresstesten uit te voeren openbaren zich de kwetsbare schakels in de keten en komen mogelijke ‘gevolgbeperkende maatregelen’ in beeld.”
“Het is ook voor het programma Integraal Riviermanagement (IRM) belangrijk aandacht te schenken aan de samenhang tussen het hoofdwatersysteem en het regionale watersysteem. Waar moet het hoofdwatersysteem aan voldoen om het regionale watersysteem te faciliteren?
Zo kan ‘topvervlakking’ – waarbij de waterpiek door maatregelen wordt verlaagd, maar ingewisseld wordt voor een langere duur van hoog water – weliswaar meer veiligheid voor overstromen langs de grote rivieren brengen, maar tegelijkertijd de afwatering van de regionale watersystemen langdurig stremmen. Iets voor IRM om over na te denken.” Vanuit haar tijd bij het programma Integraal Riviermanagement voorafgaand aan de beleidstafel weet Marieke dat die samenhang voor de ramp van juli 2021 niet scherp op het IRM-netvlies stond.
“Belangrijk is te beseffen dat juli 2021 ons heeft getoond dat het samenspel van dijkversterking en rivierverruiming in de grote rivieren goed heeft gefunctioneerd. Laten we daarmee doorgaan,” sluit Marieke het gesprek af.
Laatst gewijzigd: 23 juni 2023